Migration and discrimination

Discriminatie op de huurwoningmarkt van Leuven

Discriminatie op de huurwoningmarkt van Leuven

Professor Pieter-Paul Verhaeghe en Billie Martiniello onderzochten discriminatie op de huurwoningmarkt van Leuven. Het ging om een academische nulmeting met praktijktesten in opdracht van het Leuvense stadsbestuur. Uit de resultaten bleek structurele discriminatie van etnische minderheden, rolstoelgebruikers en blinden met een assistentiehond.

Download hier het onderzoeksrapport.

Nulmeting met academische praktijktesten

Tussen februari 2020 en februari 2021 onderzochten de onderzoekers de discriminatie door makelaars en private verhuurders aan de hand van 1973 academische correspondentietesten – de geschreven variant van praktijktesten. Ze reageerden hierbij op bestaande huuradvertenties op Immoweb met telkens twee fictieve kandidaat-huurders: de testpersoon had een kenmerk waartegen gediscrimineerd kon worden (bv. een Marokkaanse of Congolese naam, een rolstoel of een assistentiehond) en de controlepersoon had dit kenmerk niet (bv. een Belgische naam, geen rolstoel of geen hond). Op alle andere aspecten waren de test- en controlepersoon identiek hetzelfde. Nadien werd nagegaan in welke mate de verschillende kandidaten werden uitgenodigd om de woning te bezoeken. Bij de praktijktesten werd er rekening gehouden met de diversiteit van de Leuvense bevolking door niet enkel discriminatie van Marokkaanse Leuvenaars te onderzoeken, maar ook deze van Nepalese of Congolese origine.

Etnische discriminatie

De praktijktesten tonen objectief aan dat etnische minderheden structureel worden gediscrimineerd op de huurwoningmarkt van Leuven. Kandidaten met een Marokkaanse namen worden het minste uitgenodigd met een nettodiscriminatiegraad van 35%. Daarnaast worden ook mannelijke kandidaten met een Nepalese en Congolese naam minder uitgenodigd dan mannen met een Belgische naam. Hun nettodiscriminatiegraden zijn respectievelijk 24% en 19%. Tenslotte gingen de onderzoekers ook voor het eerst in België na wat het effect was van een Belgische voornaam en een Marokkaanse achternaam. Ook deze kandidaten met een gemengde naam werden nog steeds gediscrimineerd op de huurmarkt met een nettodiscriminatiegraad van 15%.

Bij elk van de minderheidsgroepen waren de discriminatiegraden wat hoger zijn bij particuliere verhuurders dan bij professionele vastgoedmakelaars, maar de verschillen waren nooit significant. “In tegenstelling tot veel andere steden doen de Leuvense makelaars het dus niet beter dan de private verhuurders,” verduidelijken Billie Martiniello en Pieter-Paul Verhaeghe.

Discriminatie op basis van fysieke handicap

De praktijktesten toonden ook aan dat rolstoelgebruikers zeer moeilijk een woning kunnen huren in Leuven. De nettodiscriminatiegraad bedroeg voor deze groep 50%. Huurkandidaten in een rolstoel vragen vaak om – indien nodig – op eigen kosten ‘redelijke aanpassingen’ aan de woning te mogen aanbrengen (bv. het installeren van een traplift of het verlagen van schakelaars). Deze ‘redelijke aanpassingen’ zijn wettelijk beschermd en zorgen er voor dat personen met een fysieke handicap als volwaardige burgers aan de samenleving kunnen deelnemen. Uit de analyses bleek dat makelaars en verhuurders deze redelijke aanpassingen vaak niet zien zitten. “Soms waren er goede praktische redenen voor een dergelijke weigering, maar vaak ging het ook om onwetendheid over deze redelijke aanpassingen of over het gratuit weigeren er van zonder motivatie”, stelt Billie Martiniello.

Ook blinden en slechtzienden met een assistentiehond werden minder uitgenodigd door verhuurders en makelaars in Leuven. Hun nettodiscriminatiegraad bedroeg 33%. “We zien echter dat dit volledig te wijten is aan de assistentiehond,” verduidelijkt Pieter-Paul Verhaeghe, “Wanneer ze geen vermelding maken van hun blindengeleidehond, dan worden ze niet langer minder uitgenodigd.” Het weigeren van een getrainde assistentiehond is nochtans bij wet verboden.

Effect van de corona pandemie?

Door Covid-19 moest het onderzoek tweemaal worden stopgezet: van 16 maart tem 31 augustus 2020 en van 1 november tot en met 31 december 2020. De opgelegde lockdowns vanaf maart en november 2020 zorgden er immers voor dat fysieke plaatsbezoeken van huurwoningen niet langer mogelijk waren. De tweede lockdown werd in de praktijk echter minder goed nageleefd. Voorgaand onderzoek toonde reeds aan dat de eerste lockdown op korte termijn tot meer discriminatie van personen met een Marokkaanse naam leidde. Door voldoende lang te wachten – tot september – om opnieuw te testen, konden de onderzoekers dit effect vermijden. De resultaten zijn hierdoor – tot zover mogelijk – niet of minder beïnvloed door de corona pandemie.

Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met de Universiteit Antwerpen en de KU Leuven in opdracht van Stad Leuven met als bevoegde schepenen: Lies Corneillie (schepen van wonen en gelijke kansen) en Lalynn Wadera (schepen van diversiteit).